Filip Geerts vergelijkt de prijs van ISOPROC’s iQ3-cellulose-isolatie – gemaakt van de houtvezels van krantenpapier – met die van de meer traditionele isolatiematerialen glaswol en rotswol. “Qua productprijs is onze iQ3-isolatie te vergelijken met die traditionele isolatiematerialen. Neem je de prijzen voor eenzelfde isolatiekwaliteit in achting, dan is iQ3 vaak goedkoper”, begint hij te vertellen. “Daar komt sowieso nog een aanzienlijk lagere plaatsingskost bij. IQ3 wordt immers ingeblazen en dat gaat gewoon sneller dan het plaatsen van matten of panelen van rots- of glaswol. Zelfs al is een muuropbouw ontworpen om te worden geïsoleerd met rots- of glaswol, dan zal hij nog steeds 10 tot 20% sneller kunnen worden geïsoleerd met cellulose. Spreek je over het isoleren van een dakopbouw met kepers en gordingen die eerst nog het op maat snijden vereisen van de rots- of glaswolmatten of -panelen, dan durf ik te stellen dat wij met onze iQ3 tot vijf keer sneller kunnen werken.”
Geen snijresten
De business development manager ziet nog factoren die ervoor zorgen dat isoleren met cellulose-isolatie goedkoper is dan isoleren met traditionele materialen. “Bij matten of panelen van rotswol en glaswol blijf je vaak zitten met snijresten. In het geval van zachte matten kan je die resten soms nog wel ergens induwen, maar zeker niet altijd. Je koopt dus in feite meer isolatiemateriaal aan dan dat je effectief gebruikt. Dat is anders bij onze iQ3-isolatie. Elke vlok wordt gebruikt; de muur wordt ingeblazen met de iQ3 tot elk hoekje gevuld is. Bijkomend voordeel – en gevolg – is dat iQ3 ook voor elke isolatiedikte geschikt is. En de timmerman kan helemaal zijn ding doen in functie van stabiliteit. Hij hoeft immers geen rekening te houden met het aanbrengen van isolatie die een bepaalde breedte heeft.”
“Onze iQ3 heeft, naast een betere akoestische werking, ook een veel hogere hittedoorslag, wat er concreet op neerkomt dat ze de warmte langer buitenhoudt. Dat kan er soms, ik zeg soms, voor zorgen dat er geen airco moet worden geplaatst, wat ook weer een slok op de borrrel scheelt.”
Lagere TCO
Filip Geerts durft te stellen dat niet alleen cellulose-isolatie vaak goedkoper is dan traditionele isolatie, maar dat dit voor meerdere biogebaseerde isolatiematerialen geldt. “Aannemers van isolatiewerken die werken met biogebaseerde bouwmaterialen halen vandaag vaak werven binnen puur op de prijs – al kunnen ook andere voordelen zoals de isolatiewaarde van het materiaal doorslaggevend zijn. Wat ik stelde voor onze iQ3, gaat immers ook op voor andere biogebaseerde isolatiematerialen: een bepaalde isolatiewaarde is er vaak goedkoper mee te behalen. En de TCO (de total cost of ownership, het totaalbedrag aan kosten voor de aanschaf en het bezit van een product of dienst gedurende de gehele levenscyclus ervan, red.) van biogebaseerde isolatiematerialen ligt al helemaal vele keren lager. Vooral omdat biogebaseerde isolatie veel gemakkelijk te hergebruiken is en dus vaak nog waarde vertegenwoordigt als ze wordt verwijderd uit een gebouw. En biogebaseerde materialen kunnen ook worden teruggegeven aan de natuur – ze kunnen composteren of verwerkt worden tot grondverbeteraars, waardoor je niet met afvalverwerkingskosten zit. Natuurlijk, ik weet ook wel, een particulier ligt meestal niet meteen wakker van die lagere TCO. Maar ze is er wel.”
Gras en schelpen
Fabrikanten van andere biogebaseerde isolatiematerialen treden de business development manager bij. Zo vertelt Thijs Theunis, growth manager bij Gramitherm, “Onze isolatie op basis van gras heeft hooguit dezelfde prijs als traditionele isolatiematerialen met eenzelfde densiteit – dat laatste is een belangrijke kanttekening. Heel vaak is ze goedkoper.”
Teun Depreeuw, zaakvoerder van Ecoschelp, dat schelpen verdeelt als drainageoplossing, als oplossing voor vochtige kruipruimtes en als vloerisolatie, voegt daaraan toe: “Onze isolatie gaat altijd goedkoper zijn dan rotswol, glaswol of PUR. “De bouwheer moet wel een andere denkzwijze hanteren. Immers: schelpen vervangen een stuk isolatie, folie en beton.”
