• © Afbeelding gemaakt met AI

Haast iedereen heeft al wel eens beelden gezien van voetbalvelden aan tropisch bos die in een keer gekapt of door de mens afgebrand worden waarbij dieren hun habitat en soms zelfs hun leven verliezen. Die vorm van bosbouw, of beter bosvernietiging, werd lang gekoppeld aan het gebruik van tropisch hardhout – afkomstig van loofbomen. De realiteit is echter véél genuanceerder.

De tropische gronden rond de evenaar bezitten bijzonder veel waarde. Zo bevatten ze grote hoeveelheden diamant, goud en andere zeldzame aardmetalen. Ook onder tropische oerbossen zijn die grondstoffen terug te vinden en de bomen in die wouden worden dan ook vaak beschouwd als een waardeloos bijproduct. Bovendien verdwijnen ook voor landbouw, denk aan producten als soja, cacao en palmolie, en veeteelt veel tropische bossen. De land- en mijnbouw waarvoor de bossen moeten verdwijnen, brengen voor de plaatselijke bevolking veel op. Meer dan het verhandelen van bomen. Dan kan je het die mensen moeilijk kwalijk nemen dat ze ertoe overgaan. 

Maar: het is aan onze generatie om een nieuw economisch model te maken rond het behoud én duurzaam beheer – want hout zullen we altijd nodig hebben – van de bossen om zo de biodiversiteit te beschermen. Als een correcte verloning gecombineerd kan worden met een duurzaam bosbeheer, maken we meer kans op het behouden van onze bossen. En dat gebeurt gelukkig al.

FSC en PEFC-certificatie

Want een deel van de boskap in tropische gebieden gebeurt wél voor het hout en wél op een duurzame manier. Bijna elke handelaar in tropisch hardhout staat achter dat laatste, wat inhoudt dat er nooit meer bomen verdwijnen dan dat er bijkomen en die bomen die erbij komen de kans krijgen om net zo lang en dik te worden als de gekapte bomen die ze vervangen. Ideologisch, maar zeker ook omdat hij economisch baat heeft bij duurzaam bosbeheer – lees: de voorraad wordt dan onuitputtelijk. 

Wil een handelaar in tropisch hardhout zeker zijn dat dit hout uit een  duurzaam beheerd bos komt, dan moet hij kiezen voor hout dat, met een PEFC of FSC-label, als dusdanig gecertificeerd is. Zo’n certificatie garandeert hem dat het hout afkomstig is uit tropische bossen die duurzaam beheerd worden, wat niet alleen het beschermen van de bomen en zo ook de biodiversiteit in het bos impliceert, maar ook een eerlijk loon voor de lokale bevolking die bij de bosbouwactiviteiten betrokken wordt.

Het is wel zo dat er nog groeimarge zit op het vlak van duurzaam bosbeheer in tropische gebieden.

‘Doet de grote afstand in transport de duurzaamheid van FSC- of PEFC-gelabeld tropisch hardhout dan niet teniet?’, hoor je ook wel eens. Het antwoord is neen. Uit LCA-berekeningen is het ondertussen duidelijk geworden dat de impact van het overzees transport van hardhout een kleinere impact heeft dan het wegtransport van allerlei soorten Europees zachthout.

Relevant onderzoek

Een interessant relevant onderzoek in deze context is dat van Joeri Zwerts, verbonden aan de Universiteit Utrecht, met steun van het WWF en de Wildlife Conversation Society. Dat toonde aan dat in FSC-gecertificeerde bossen in Afrika maar liefst 2,7 keer meer grote bedreigde zoogdieren zoals olifanten en gorilla’s leven dan in bossen zonder certificering.

De juiste houtsoort op de juiste plaats

Uiteraard zou het ook goed zijn om hardhout, dat ook bij ons te vinden is, zo veel als mogelijk te vervangen door zachthout, dat doorgaans sneller groeit. Maar kan dat altijd en overal? Het antwoord is neen. Je moet het juiste materiaal op de juiste plaats gebruiken. Zo ga je ook geen glas als grondkering gebruiken of hennepblokken als oprit. Hard- en zachthout hebben hun eigen toepassingen en die komen niet meteen in elkaars vaarwater terecht. 

Hardhout is doorgaans sterker en daarom richten veel innovaties in de houtsector zich op het modificeren van zachthout zodat het dezelfde structurele eigenschappen krijgt als hardhout. Ikzelf ben een grote voorstander van (dergelijke) innovaties, maar ze moeten wel wetenschappelijk gestaafd zijn. En daar schort het vaak aan. Zo lees ik tegenwoordig veelvuldig dat gemodificeerde zachthoutsoorten evenwaardig zijn aan tropische hardhoutsoorten. Maar als we het dan op wetenschappelijk niveau gaan kijken, zien we dat dergelijke modificaties meestal verbeterde duurzaamheid van deze houtsoort geven op een bepaald onderdeel, maar andere eigenschappen zoals de draagkracht of de brandbaarheid tegelijkertijd verzwakken. De volledige gelijkwaardigheid wordt met andere woorden nooit behaald. Het is daarom van groot belang dat innovatieve producten het volledige spectrum bespreken.

Wetenschappelijk gezien zijn er momenteel amper volwaardige vervangers voor tropisch hardhout. Punt. Hardhout vervangen door zachthout is overigens ook niet wenselijk. Ik herhaal: de beste manier om de overblijvende bossen en hun biodiversiteit te beschermen, is door ze duurzaam te beheren.

Tips om zo duurzaam mogelijk om te gaan met hout

Tot slot geef ik nog graag een paar concrete tips mee om zo ecologisch mogelijk om te gaan met hout.

  1. Kies voor hout uit duurzaam beheerde bossen
  2. Sta open voor zogenaamde Lesser Known Timber Species. Dat haalt de druk van de meest gegeerde houtsoorten weg. Wanneer we steeds dezelfde paar houtsoorten gebruiken, putten we de bossen sneller uit. Door die selectieve kap kan het bos ook sneller zijn biodiversiteit verliezen. Minder bekende houtsoorten zijn zeker niet slecht, er is meestal gewoon minder onderzoek gedaan rond hun specifieke eigenschappen.
  3. Sta open voor gerecupereerd hout.
  4. Pas het hout toe op een circulaire manier zodat het ooit nog kan worden hergebruikt.
  5. Pas de juiste houtsoort toe op de juiste plaats. Gebruik regionaal hout waar het kan – bijvoorbeeld binnen en als constructiehout – en niet-regionaal hout waar het moet – bijvoorbeeld als gevelbekleding.