• © Pixabay | "Vaak eindigt een houtbouwwoning op het vlak van isolatie beter dan een traditioneel gebouwde woning", stelt ISOPROC.
  • © ISOPROC | ISOPROC: "Dat isolatiematerialen gemaakt van hout, zoals houtwol of onze iQ3-cellulose, goed isoleren, behoeft geen betoog."

Materiaal mag isolatiemateriaal genoemd worden wanneer het een lambda-waarde heeft van ten minstens 0,20 W/mK. Hoe lager die waarde is, hoe beter het materiaal isoleert. Dat isolatiematerialen gemaakt van hout, zoals houtwol of onze iQ3-cellulose (gemaakt van gerecycleerd papier, red), goed isoleren, behoeft geen betoog. De lambda-waarde van houtwol ligt tussen 0,038 tot 0,045 W/mK en die van cellulose tussen 0,037 en 0,04W/mK. Beide isolatiematerialen liggen niet voor niets als dusdanig in de winkelrekken.

Wanneer men beweert dat hout geen goede isolator is, doen met dat dan ook binnen de context van houtbouw. “Een houtskeletbouwwoning is slechter geïsoleerd dan een gemetselde woning”, klinkt het dan. Wel, en we gaan hier misschien mee tegen bepaalde schenen schoppen, wist je dat een wat men noemt isolerende snelbouwsteen een lambda-waarde heeft van gemiddeld zo’n 0,26 tot 0,29 W/mK? Daarmee valt hij buiten de definitie van een isolatiemateriaal. Het adjectief isolerend is dan ook op z’n minst voor discussie vatbaar. Cellenbeton, vaak gebruikt onderaan de woning om koudebruggen te voorkomen, heeft betere lamda-waardes. Die gaan van 0,07 tot 0,32 W/mK. Die slechtste lambda-waarde ligt dus ook al ver boven de grens van 0,20 W/mK.

De lambda-waarde van vol hout daarentegen situeert zich ergens tussen de 0,13 en 0,18 W/mK, of dus zowat het gemiddelde van cellenbeton. Mét de kanttekening dat de vollédige range onder de cruciale 0,20 W/mK ligt. Op de site van Kamp C in Westerlo staat bijvoorbeeld een blokhut gemaakt van vol hout en die heeft een hele hoge isolatiewaarde. Dat hout een slechte isolator is, is dus de facto bij deze al ontkracht.

Natuurlijk, wij gaan hier in België en al zeker niet in Vlaanderen allemaal blokhutten bouwen. Wanneer we in onze contreien bouwen in hout, dan gaat het om bouwen met – massieve of gelamineerde – balken al dan niet gecombineerd met CLT-bouw. Het feit dat een houtskelet tussen de balken een holle muur oplevert, zou een mogelijke verklaring kunnen zijn voor het vooroordeel dat een gemetselde muur beter isoleert. Daar kunnen we echter tegenin brengen dat een houtskelet zich heel gemakkelijk laat isoleren. Met bijvoorbeeld onze cellulose – gemaakt van krantenpapier en dus een afgeleide van hout, die ingeblazen kan worden – en overigens een brandreactieklasse B heeft, maar zeker ook met andere materialen. En vaak eindigt een houtbouwwoning op het vlak van isolatie zo beter dan een traditioneel gebouwde woning.


Concreet voorbeeld

Laat ons bijvoorbeeld eens een muur gebouwd met snelbouwstenen van gangbare dikte van 14 cm, geïsoleerd met 14 cm PIR, vergelijken met een geïsoleerd houtskelet van dezelfde dikte, 28 cm dus. Als we de R-waardes van de snelbouwsteen en de PIR optellen (de R-waarde geeft net als de lambda-waarde het isolerende vermogen van een materiaal aan, maar houdt daarbij naast de dichtheid van het materiaal ook rekening met de dikte ervan. Anders dan voor de lambda-waarde geldt voor de R-waarde: hoe groter, hoe beter, red.), dan komen we op een R-waarde van 6,84 m²K/W. De R-waarde van de 28 cm dikke geïsoleerde houtskeletmuur is 7,36 m²K/W. En als je de balken zou vervangen door zogenaamde i-joists, waarvan de kern minder hout bevat, kom je nog hoger uit, omdat er dan nog meer ruimte is om isolatie te plaatsen. En ga je het houtskelet combineren met CLT-bouw, dan kom je nóg veel hoger uit.

Het vooroordeel dat hout geen goede isolator is, is dus fundamenteel incorrect. Tel daarbij de andere grote troeven van hout zoals het vermogen van het materiaal om CO2 te capteren, de hernieuwbaarheid, de lagere milieu-impact dan bouwmaterialen die gebakken moeten worden of een chemisch proces vereisen, de natuurlijke vochtregulerende en akoestische eigenschappen en de positieve impact op de gezondheid van wie in de woning verblijft en er blijven weinig redenen over om niet voor hout als bouwmateriaal te kiezen.