• © Sara Donkers (foto Daan Bruggink) en stil(l)architectuur (foto Jan Van Cakenberghe) | Daan Bruggink (l.) en Jan Van Cakenberghe.

Kunnen jullie jezelf kort even voorstellen? Werkten jullie ooit al samen?

Daan Bruggink: “Vroeger wilde ik bioloog worden, maar omdat ik erg slecht was in scheikunde, koos ik voor mijn tweede liefde, architectuur. Ik heb ORGA architect in 2024 opgericht als architectenbureau dat werkt op het snijvlak van duurzaamheid, houtbouw en biogebaseerde, biofilische en regeneratieve architectuur. We laten ons in ons werk steeds inspireren door de natuur – de bioloog in mij is namelijk nooit helemaal verdwenen (lacht). Jan en ik werkten nog nooit eerder samen.”

Jan Van Cakenberghe: “Ik ben zaakvoerder van stil(l)architectuur. Ook ons bureau heeft een voorliefde voor biogebaseerd, natuurinclusief en regeneratief ontwerpen.”


Jullie ontwierpen al verschillende gebouwen in hout. Wat zijn enkele referentieprojecten op dat vlak?

Daan Bruggink: “Een van onze bekendste projecten is basisschool De Verwondering in Almere. Die hebben we ontworpen met een centrale rol voor de natuur en daglicht en met alleen maar natuurlijke materialen, zoals hout, stro en leemsteen. De Verwondering won al diverse nationale en internationale prijzen, zoals de Gouden Kikker, voor het meest duurzame bouwproject van Nederland, de Nederlandse Award Natuurinclusief Bouwen & Ontwerpen, de Green Cities Europe Award, en de Stephen R. Kellert Biophilic Award, zowel op Europees als wereldwijd niveau. Ook het gebouw voor wildopvang Avolare in Doorwerth, dat volledig stikstofloos gebouwd werd, en de gemeentewerf van Nieuwkoop, een gebouw met een vrije overspanning van 22 meter in hout, beschouw ik als referentieprojecten voor ons bureau.”

Jan Van Cakenberghe: “De loods voor het Agentschap voor Natuur en Bos in domein Teunenberg in Olen en het natuurinclusieve sanitaire paviljoen in Domein Vordenstein in Schoten zijn zeker referenties voor ons bureau op het vlak van houtbouw. Daarnaast heeft ook het recent opgeleverde Technisch Centrum voor de stad Mortsel enkele interessante houttoepassingen, zoals de geprefabriceerde en met stro opgevulde gevels in houtskelet.”


Volgens Hout Info Bois wordt in België ongeveer 6% van alle nieuwbouwwoningen in hout gebouwd. In Nederland zou dat cijfer lager liggen. Daan, klopt dat? 

Daan Bruggink: “In Nederland wordt vaak 5% geroepen, dus het zal niet veel schelen. Een jaar of vijftien geleden konden wij als Nederlands in België goed terecht voor veel informatie en advies over ecologisch en natuurlijk bouwen. Dat is nog steeds zo, maar houtbouw heeft de laatste jaren in Nederland wel echt een enorme vlucht genomen. Er zijn zelfs gemeenten die het voor hun bouwprojecten eisen. Zo wil Amsterdam vanaf 2025 zeker 20% van zijn bouwprojecten in hout uitvoeren.”


Ontwerpen/realiseren jullie uitsluitend gebouwen met hout? 

Daan Bruggink: “Jazeker!”

Jan Van Cakenberghe: “Wij kiezen altijd het meest geschikte structurele materiaal in functie van de projecteisen en de omstandigheden, maar meestal is dat wel hout.”


Zweren jullie bij een bepaalde houtbouwmethode?

Daan Bruggink: “Nee, ieder project vraagt zijn eigen houtbouwwijze. Je moet de juiste houtbouwmethode op de juiste plek gebruiken. Belangrijk daarbij is dat je vanaf het begin in hout denkt. Een ontwerp in beton of staal omkatten naar een houten gebouw is een kansloze onderneming.”

Jan Van Cakenberghe: “Wij opteren meestal voor houtskeletbouw en bij voorkeur voor de variant palen-balkenbouw omdat die bouwwijze materiaalzuinig is en een meer aanpasbare structuur oplevert. CLT-bouw passen we enkel toe indien als dat uit structurele overwegingen de beste keuze is.”


Is de keuze voor houtbouw voor jullie een ideologische of is ze altijd contextgebonden?

Jan Van Cakenberghe: “Voor stil(l)architectuur beide, maar in de eerste plaats wel een ideologische. Hout is een product van de natuur en dus een duurzaam bouwmateriaal. Maar de keuze voor hout is natuurlijk ook altijd contextgebonden. We zullen hout zoals gezegd niet toepassen indien het programma van eisen en de randvoorwaarden dat niet toelaten.”

Daan Bruggink: “Voor ORGA architect is het enkel en alleen een ideologische keuze. We willen zo bouwen dat we de wereld minimaal vervuilen en zelfs beter maken – de definitie van regeneratief bouwen. Dat kan alleen met biogebaseerde materialen en dus met hout voor de structuur. De context is irrelevant.”

Voor ORGA architect is het enkel en alleen een ideologische keuze. De context is irrelevant

Daan Bruggink

Wat zijn volgens jullie de grote voordelen van ontwerpen en bouwen in hout? 

Daan Bruggink: “De voordelen van ontwerpen en bouwen in hout zijn legio. Zo gaat houtbouw prima samen met prefab, wat de kwaliteit verhoogt en de werffase met zeker de helft inkort. Prefab betekent bovendien ook minder afval op de werf. Dat betekent op zijn beurt lagere arbeidskosten en minder betalen voor het afvoeren van afval, maar ook een blije opdrachtgever, want hij kan zijn nieuwe gebouw daardoor sneller betrekken. Hout is ook een licht materiaal, wat de verwerking makkelijker maakt en de transportkosten drukt. Hout heeft bovendien uitstekende isolerende eigenschappen en slaat CO2 op. En het positieve effect van een houten gebouw op de gezondheid en het welbevinden van wie in het gebouw vertoeft is ook al genoegzaam bewezen.”

Jan Van Cakenberghe: “Dat is al een redelijk compleet lijstje (lacht). Wat ik daar nog aan zou willen toevoegen: hout is een gezond materiaal in alle facetten en er kan niet alleen snel maar ook droog en dus aanpasbaar en demontabel mee gebouwd worden. Een positief gevolg van de lichtheid van het materiaal dat Daan niet noemde is ook de eenvoudigere funderingstechniek die daaruit voortvloeit.”


Heeft houtbouw ook nadelen? 

Daan Bruggink: “Ja. Zo kan je er slechts beperkt mee in de hoogte bouwen, tot maximaal vijf à zes bouwlagen. Daarnaast, al is dat uiteraard geen technisch nadeel, heeft houtbouw ook nog steeds de perceptie tegen door een algemeen gebrek aan kennis aan en ervaring met houtbouw in de maatschappij. Mensen denk nog te vaak dat een houten gebouw niet brandveilig is, vrezen dat hout niet altijd even vlot leverbaar zal zijn …” 

Jan Van Cakenberghe: “Ik wil niet spreken van nadelen, maar wel van zaken die ontwerpmatig gewoon extra aandacht vragen. Zo heeft een houten gebouw ook minder massa en dus inertie, waardoor het sneller zal afkoelen of opwarmen, zeker in de tussenseizoenen. Ook moet het hout tijdens de werffase zo droog mogelijk blijven en vraagt houtbouw om verhoogde aandacht op het vlak van bouwdetaillering.”


Zijn er bepaalde uitdagingen verbonden aan houtbouw?

Daan Bruggink: Mijn antwoord daarop sluit aan bij de vorige vraag: de grootste uitdaging die voor ons verbonden is aan houtbouw is het overtuigen van opdrachtgevers en uitvoerende partijen om ervoor te kiezen.”

Jan Van Cakenberghe: “Er zijn inderdaad nog steeds aannemers, eerder de kleinere bouwers, die nog steeds niet op de hoogte zijn van de specifieke aandacht die houtbouw vraagt.”


Is de initiële investeringskost van bouwen met hout hoger dan die van bouwen met bakstenen, beton of staal?

Daan Bruggink: “Vaak wel, omdat alle regelgeving en normen nog gebaseerd zijn op de conventionele materialen als steen, beton en staal en houtbouw niet dezelfde schaalvoordelen kent als conventioneel bouwen.”

Jan Van Cakenberghe: “Voor sommige toepassingen, bijvoorbeeld daken, is hout wél de goedkopere optie, maar hoe hoger de eisen op het vlak van brandveiligheid, verhoogde vloerbelasting en akoestiek tussen ruimtes, hoe duurder hout in verhouding wordt.”


Werken jullie altijd met hout met een duurzaamheidslabel? 

Daan Bruggink: “Jazeker!”

Jan Van Cakenberghe: “Wij ook. Dat wordt ook in onze aanbestedingsbestekken opgenomen.”


Heeft een bepaalde houtsoort jullie voorkeur?

Daan Bruggink: “Niet één bepaalde, nee. Elk project en zelfs deel van het project, elke bouwwijze en elke locatie vraagt zijn eigen houtsoort. Als er toch meerdere opties zijn, dan wordt onze keuze vooral bepaald door de beeldkwaliteit van de architectuur.”

Jan Van Cakenberghe: “Wij hebben ook geen specifieke voorkeur. Het is inderdaad afhankelijk van de specifieke toepassing. Grenen en douglas zijn wel mooie houtsoorten. Het gebruik van tropische houtsoorten proberen we wel zo veel mogelijk te vermijden – we kiezen liever voor meer lokaal hout.”


Heeft een houten gebouw architecturaal meer te bieden dan een betonnen, stenen of stalen gebouw?

Daan Bruggink: “Natuurlijk is dat zo. Maar je stelt de vraag dan ook aan een houtarchitect (lacht). De natuurlijke imperfectie van hout, de warme uitstraling van het materiaal, de duurzaamheid … dat is allemaal heel waardevol.”

Jan Van Cakenberghe: “Ook met stil(l)architectuur zijn we daarvan overtuigd. Vooral omdat hout een natuurlijke uitstraling heeft en elk mens er zich bewust of onbewust mee verbonden voelt.”


Heel lang geleden werd er vaak gebouwd met hout. Toch zijn de historische gebouwen die vandaag nog overeind staan veelal van steen. Betekent dit dat een houten gebouw minder lang meegaat dan een gebouw uit steen, beton of staal?

Daan Bruggink: “(verbaasd) Neen. Langs de grachten in Amsterdam staan houten gebouwen van vierhonderd jaar oud! En de houten Hōryū Gakumonji-tempel in Ikaruga in Japan werd zelfs gebouwd in het jaar 600!”

Jan Van Cakenberghe: “Die vraag verdient mijns inziens de nodige nuance, want eigenlijk ben je appelen met peren aan het vergelijken. De levensduur van een houten gebouw is sterk verbonden met goed onderhoud en een juiste detaillering van het materiaal, daar waar die zaken minder een rol spelen voor een stenen gebouw. Maar voor veel betonnen en stalen gebouwen uit de meer recente geschiedenis vormt betonrot of roestend staal dan weer een actueel probleem. Een houten gebouw kan ook gemakkelijker aanpasbaar en demonteerbaar worden ontworpen dan een klassiek gebouw, waardoor de materialen op zichzelf waarschijnlijk een langer leven beschoren zijn dan die in een klassiek gebouw. En je kan je ook de vraag stellen of een gebouw per se honderden jaren moet blijven staan, temeer daar een houten gebouw en de realisatie ervan een veel lagere CO2-voetafdruk heeft dan een gebouw van steen of staal en je dus eigenlijk twee gebouwen in hout kunt realiseren voor één in steen of staal.”

Je kan de vraag stellen of een gebouw per se honderden jaren moet blijven staan, temeer daar een houten gebouw en de realisatie ervan een veel lagere CO2-voetafdruk heeft dan een gebouw van steen of staal en je dus eigenlijk twee gebouwen in hout kunt realiseren voor één in steen of staal

Jan Van Cakenberghe

 Kan je een houten gebouw volledig brandveilig maken?

Daan Bruggink: “Jazeker. Een houten gebouw moet aan exact dezelfde regelgeving voldoen op het vlak van brandveiligheid als een niet-houten gebouw. Uit onderzoeken blijkt zelfs dat een houten gebouw beter bestand is tegen brand dan een gebouw van staal, omdat er tijdens de brand een verkoolde laag ontstaat rond het hout die beschermend werkt voor het hout eronder, terwijl staal smelt.”

Jan Van Cakenberghe: “Een houten gebouw brandveilig maken is inderdaad geen probleem. Aanvullend op Daan: een juiste dimensionering van de houten elementen is wel noodzakelijk opdat er genoeg hout overblijft onder de verkoling.”


Is een houten gebouw per definitie circulair?

Daan Bruggink: “Per definitie niet. Een gebouw is immers pas circulair wanneer het demontabel is. Wanneer het met bouten en schroeven en niet verlijmd in elkaar zit, met andere woorden. En 100% circulair wordt het pas wanneer voor de afwerking hernieuwbare of herbruikbare materialen worden gebruikt.”

Jan Van Cakenberghe: “Ik durf stellen van wel. Ook al is het gebouw niet demonteerbaar, hout blijft een hernieuwbaar materiaal. De biologische cirkel wordt dus gesloten.”


Tot slot, hoe zien jullie houtbouw in de toekomst evolueren? 

Daan Bruggink: “De kennis rond houtbouw van heel lang geleden, toen er veel meer in hout werd gebouwd, is door de eeuwen heen verloren gegaan. Houtbouw is daardoor niet langer mainstream. Digitale toepassingen en AI kunnen er echter wel voor zorgen dat die kennis weer opgeschaald wordt. En dat zal ook gebeuren. De genoemde voordelen zullen de keuze voor houtbouw uiteindelijk onvermijdelijk maken. Hout is het enige constructieve materiaal dat past binnen de energietransitie, duurzaam grondstoffengebruik en de welzijnstransitie!”

Jan Van Cakenberghe: “Houtbouw biedt zoveel voordelen dat het niet inderdaad anders kan of er zal vaker in hout gebouwd worden. Zeker wanneer er een CO2-taks komt en de schaduwkosten voor het milieu van alle materialen in rekening worden gebracht.”


Bedankt voor jullie waardevolle inzichten, heren.