Het artikel stelt dat een niet-opengewerkte houten gevelbekleding bij lage gebouwen onder bepaalde voorwaarden, die worden opgesomd, brandreactieklasse D-s2, d0 kan behalen en een opengewerkte houten gevelbekleding bij lage gebouwen onder bepaalde voorwaarden, die ook worden opgesomd, brandreactieklasse D-s3, d0.
Volgens Steven Paulussen is het verhaal veel genuanceerder: er ontbreken voorwaarden en sommige voorwaarden gelden maar onder bepaalde omstandigheden. “Door mijn jarenlange wetenschappelijke onderzoek naar brandgedrag van houten gevelbekledingen, ontdekte ik enkele jaren geleden dat de Belgische wetgeving grote hiaten kende op dat vlak”, begint hij te vertellen. “Ik besloot dit sereen en achter de schermen aan de officiële instanties te melden en ze op weg te zetten met de nodige inzichten.”
“Nu ik de nieuwe versie van het Buildwise-artikel over de brandveiligheid van houten gevelbekledingen zie, heb ik er het gissen naar welke belangen spelen, want ik kan niet anders dan hardop roepen dat dat artikel zo snel mogelijk moet verdwijnen. Elke dag dat het nog online staat, is een dag te veel. Het artikel vormt een groot risico voor de wereld van houtbouw. Want het is dan wel geen echte wetgeving, de geschiedenis leert dat dergelijke artikels van Buildwise in de bouwwereld wel veelvuldig als dusdanig worden beschouwd en gebruikt. En dat dit door architecten en opdrachtgevers geaccepteerd wordt.”
“Bijzonder moeilijk thema”
“De brandreactieklasse van hout, behandeld of onbehandeld, is een bijzonder moeilijk thema. Waar elke variabele zijn eigen procentuele invloed op de brandgroei heeft, beïnvloeden deze variabelen elkaar tegelijkertijd ook. Daardoor is het bijzonder moeilijk om een standaardregel te maken over brandreactieklasse. Nogmaals: het document met de nieuwe standaardregels kan niet snel genoeg verdwijnen”
Steven Paulussen maakt een en ander wat concreter. “Met de nieuwe regels in het artikel zou je zachthout kunnen impregneren met kerosine en het vervolgens wettelijk mogen declareren als hout van brandreactieklasse D. Je moet geen specialist zijn om te weten dat dit nooit kan. Er wordt in het artikel ook met geen woord gerept over de profilering van hout, terwijl de correlatie tussen brandbare oppervlakte en branduitbreiding in elk onderzoek duidelijk te herkennen is. Een heel simpel onderzoek zal al aantonen dat een ruw oppervlak sneller brand dan een geschaafd oppervlak. Mocht u een houtkachel hebben, raad ik aan om een ruwe en geschaafde plank in het vuur te gooien om het zelf te ontdekken. En dat er wordt gesteld dat een houten gevelbekleding onder bepaalde voorwaarden een bepaalde brandklasse kán behalen, is ook niet sluitend. Het gaat met andere woorden om niet meer dan een richtlijn aan de hand van dewelke producten brandtesten kunnen gaan doen.”
“De foutieve zekerheid die het document – en de vorige versie – verschaft, heeft in de voorbije jaren voor een énorme hoeveelheid foutieve houten gevels gezorgd. Indien een belanghebbende bij een project – architect, opdrachtgever, bouwbedrijf … – een bepaalde brandreactieklasse wil claimen, dan kan dat enkel en alleen via de Europese CWFT-tabel ofwel een officiële classificatie volgens de EN 13501-1.”
In een blogbericht op de website van Houthandel Paulussen legt hij heel technisch uit wat er nog meer schort aan het vernieuwde Buildwise-artikel over de brandveiligheid van houten gevelbekledingen. En waarom het kan leiden tot aansprakelijkheidskwesties. Dat blogbericht lees je hier.
Buildwise liet volgens Steven Paulussen intussen wel weten dat er inderdaad verwarring kan ontstaan bij het lezen van het artikel en een aangepaste versie te zullen publiceren. “Een sterk statement van Buildwise”, stelt Steven Paulussen. “We wachten het nieuwe artikel af.”