Kunnen jullie zichzelf kort even voorstellen? Wat heeft jullie geïnspireerd om te gaan doen wat jullie doen?
Laurens Marysse: “Ik ben al zes jaar communicatieverantwoordelijke bij VIBE. Ik heb communicatiewetenschappen en wijsbegeerte gestudeerd en heb destijds gesolliciteerd voor deze functie omdat ik ze wel vond aansluiten bij mijn opleidingen, met enerzijds het communicatieaspect en anderzijds de morele insteek, want VIBE wil bijdragen aan een gebouwde omgeving die een positieve impact heeft op mens en milieu. Dat laatste doen door vooruitstrevende bouwprofessionals en ondernemingen in de kijker te zetten, professionele en publieke bouwheren te ondersteunen en events en opleidingen te organiseren. Zelf heb ik ook het postgraduaat Mens- en Milieuvriendelijk Bouwen en Wonen van VIBE gevolgd (vandaag heet dat postgraduaat Toekomstbestendig Bouwen en Wonen, red.) omdat ik geen bouwkundige achtergrond had toen ik van de schoolbanken kwam. Daarnaast is VIBE ook een vereniging van bouwpartners, ambassadeurs en leden. Karibu architecture, Kjell zijn bureau, is bijvoorbeeld aangesloten bij ons als bouwpartner.”
Kjell Keymolen: “Ik ben architect van opleiding en heb destijds bewust mijn loopbaan gestart bij een architectenbureau dat focuste op innovatie. Als snel bleek echter dat dit niet gelijkstond aan een focus op ecologie en circulair bouwen en dat is wel waar ik me als architect op wilde toeleggen. Daarom heb ik dan Karibu architecture opgericht. Met onze projecten willen we meerwaarde bieden aan mens, milieu en maatschappij. Wij werken voor zowel particuliere bouwheren als voor bedrijven met bouwplannen in binnen- of buitenland en proberen de eindgebruiker van het gebouw steeds bij het ontwerp te betrekken.”
Wat houdt het partnerschap tussen Karibu architecture en VIBE net in?
Kjell Keymolen: “VIBE is een verbindende factor in de sector van duurzaam bouwen. De organisatie brengt architecten, ingenieurs en aannemers die het duurzaam willen aanpakken met elkaar in contact en daar hebben wij met Karibu architecture natuurlijk veel aan. In de andere richting geven wij nu en dan een lezing, meestal samen met Pixii, op events of opleidingen die VIBE organiseert om de sector van duurzaam bouwen te vergroten.”
Laurens Marysse: “Wij communiceren ook over de projecten van Karibu architecture, die exemplarisch zijn voor de bouwpraktijk die wij willen promoten. Want onze bouwpartners dragen actief bij aan de realisatie van de doelstellingen van VIBE door innovatieve en duurzame bouwpraktijken toe te passen – we screenen ze daar ook op, want we beschouwen ons bouwpartnerlabel als een kwaliteitskeurmerk voor duurzaam bouwen.”
Kjell, jullie ontwierpen al verschillende gebouwen in hout. Wat zijn enkele referentieprojecten op dat vlak?
Kjell Keymolen: “Eerst wil ik nog graag even uitleggen waarom wij zo graag in hout ontwerpen. Ten eerste omdat, mits de juiste certificatie, de oneindige hernieuwbaarheid van de grondstof gegarandeerd is. Daarnaast is hout een licht bouwmateriaal en dat is vanuit constructief standpunt natuurlijk interessant.”
“Een eerste referentieproject betreft de verbouwing van een houten chalet in Belsele, in samenwerking met architect Simon Kaisin, waarbij we zestig procent van de bestaande structuur moesten behouden. Daar hebben we gekozen voor een demonteerbaar houtskelet. Omwille van de duurzaamheid, maar ook omdat wij bij elk project bekijken of we kunnen samenwerken met bouwbedrijven met een focus op duurzaam bouwen die in de buurt van het project gevestigd zijn. En zo waren we bij Eco&Zo uitgekomen, dat vaak in houtskelet bouwt.”
“In Sint-Gillis hebben wij in samenwerking met Veldhuis architectuur dan weer een casco appartement ingericht met CLS-wanden met ingebouwde technieken omdat de inrichting ooit moet kunnen worden weggehaald zonder dat daarbij afval gegenereerd wordt.”
“Op dit moment zijn we ook een houtbouwproject aan het realiseren volgens het opensourcebouwsysteem van WikiHouse, dat aanpasbaar bouwen toelaat op een betaalbare manier.”
Laurens, VIBE ontwerpt natuurlijk zelf geen gebouwen, maar wat zijn enkele referentieprojecten voor houtbouw van jullie andere bouwpartners?
Laurens Marysse: “Ik denk spontaan aan het kantoor voor Eurabo, gerealiseerd door Woema, de bamboetoren in Planckendael die De Noordboom momenteel realiseert als nieuwe ingang – ook al wordt bamboe wordt technisch gezien geclassificeerd als gras en niet als hout, de natuurboerderij Bos t’Ename van m u r m u u r architecten en de circulaire bedrijfshal De Biehal van DAM architecten. Maar er zijn ook tal van inspirerende houtbouwprojecten van onze bouwpartners op een kleine schaalniveau, zoals verbouwingen en optoppingsprojecten. Vanzelfsprekend beschouwen wij bij VIBE houtbouw, om welke specifieke methode het dan ook gaat, als een milieuvriendelijke bouwmethode.”
Kjell, zweren jullie bij een bepaalde houtbouwmethode?
Kjell Keymolen: “De context bepaalt hoe we bouwen. Wij starten onze projecten steeds met een haalbaarheidsstudie en de manier van bouwen volgt daaruit. Bepalende factoren zijn de ondergrond, de timing van het project, de beschikbaarheid van materialen en lokale bouwpartners en de werforganisatie – bouwen we midden in de stad of ergens op het platteland? In Besele kozen we zo dus bijvoorbeeld voor houtskeletbouw omwille van de nabijheid van Eco&Zo. Wij willen altijd zo ecologisch en circulair mogelijk bouwen en houtbouw heeft dan veel troeven, maar soms vraagt de specifieke context nu eenmaal om een hybride structuur en dan moet je daar ook voor gaan.”
Ontwerpen jullie soms ook niét in hout?
Kjell Keymolen: “Dat kan, als de context dat verlangt of als de klant daar echt op staat. Maar als we niet in hout kunnen ontwerpen, zullen andere ecologische materialen wel altijd onze voorkeur genieten. In Schaarbeek is nu bijvoorbeeld een renovatieproject van ons in uitvoering waarin de binnenwanden met kalkhennepblokken worden opgetrokken. We kochten de hennepblokken aan bij Coliseum, een bedrijf dat overschotten op werven probeert te verkopen op de circulaire bouwmarkt.”
Als we niet in hout kunnen ontwerpen, zullen andere ecologische materialen altijd onze voorkeur genieten. In Schaarbeek is nu bijvoorbeeld een renovatieproject van ons in uitvoering waarin de binnenwanden met kalkhennepblokken worden opgetrokken
Waarom zouden architecten volgens jullie meer moeten ontwerpen in hout?
Kjell Keymolen: “Hout is een hernieuwbaar materiaal en onuitputbaar als het uit duurzaam beheerde bossen komt. Daarnaast faciliteert houtbouw aanpasbaar ontwerpen, omdat met droge verbindingen kan worden gewerkt. Dat vind ik persoonlijk een heel belangrijke troef. Want met Karibu architecture willen we gebouwen ontwerpen die makkelijk een nieuwe functie kunnen krijgen om aldus zo lang mogelijk mee te gaan.”
Laurens Marysse: “Hout is ook een lokale grondstof en capteert in tegenstelling tot beton en staal CO2. Daar komt dan ook nog eens bij dat de productie van houten bouwmateriaal minder CO2-intensief is dan die van beton en staal. Houtbouw gaat ook hand in hand met prefabricatie, wat de kwaliteit van bouwprojecten en de bouwsnelheid ten goede komt. Ik waardeer daarnaast de natuurlijke en warme uitstraling van hout – al moet het dan wel in het zicht gelaten worden, natuurlijk – die ook een positief effect heeft op het welbevinden van mensen, dat is intussen wetenschappelijk bewezen. In basisschool De Verwondering in het Nederlandse Almere, ontworpen door ORGA architect, is er bijvoorbeeld ook minder pestgedrag dan op andere scholen en dat wijzen verschillende onderzoekers toe aan de aanwezigheid van natuurlijke materialen in het gebouw.”
In basisschool De Verwondering in het Nederlandse Almere is er minder pestgedrag dan op andere scholen en dat wijzen verschillende onderzoekers toe aan de aanwezigheid van natuurlijke materialen in het gebouw
Kjell Keymolen: “En ook al is het hout niet zichtbaar, dan nog draagt het bij aan het comfort van de gebruiker. In een gebouw met een houten structuur is er bijvoorbeeld minder nagalm. Daar zorgt het hout mee voor. Ook afgeronde hoeken verkleinen de nagalm en die zijn makkelijker te realiseren in hout dan in beton of staal.”
Heeft houtbouw ook nadelen?
Kjell Keymolen: “Het materiaal kan uitzetten en krimpen en daar moet je als ontwerper rekening mee houden. Bepaalde houtsoorten, zoals den, hebben ook knopen en noesten en dat vergt ook wel wat aandacht. Daarnaast mag hout niet te nat worden. Het moet dus altijd droog gestockeerd worden op de werf of onmiddellijk worden verwerkt. Een houten gebouw moet ook altijd dampopen zijn aan de binnenkant, want hout bevat altijd een beetje vocht en dat moet kunnen verdampen. Houten buitenschrijnwerk is wél behandeld om tegen regen en uv-licht te kunnen, maar daar is onderhoud dan weer cruciaal. Een architecturaal esthetisch nadeel van houtbouw ten slotte, is dat je er moeilijker minimalistisch mee kunt ontwerpen. Structurele elementen in hout moeten immers altijd iets groter zijn. Onze gestandaardiseerde bouwdetails zijn nog iets te weinig geënt op houtbouw. Maar ik zie wel vooruitgang.”
Laurens Marysse: “Veel mensen zijn er ook van overtuigd dat een houten gebouw niet brandveilig is, maar dat klopt niet. Ik denk wel dat de genoemde nadelen ervoor zorgen dat de meeste architecten en aannemers vandaag nog steeds meer voorstander zijn van de conventionele bouwmethodes. Ik zie op dat vlak een rol weggelegd voor het onderwijs. Want wat de boer niet kent, dat eet hij niet. De bouw- en vastgoedsector zijn na de jacht de meest conservatieve economische sectoren ter wereld.”
Is de initiële investeringskost van bouwen met hout hoger dan die van bouwen met bakstenen, beton of staal?
Kjell Keymolen: “Veel verschillende factoren hebben een invloed op de prijs van een bouwproject, niet alleen de prijs van de bouwmaterialen. Zoals eerder vermeld volgen er verschillende ontwerpparameters uit een haalbaarheidsstudie. Een gevolg kan zijn dat er net voor hout als bouwmateriaal gekozen wordt omdat dit financiële voordelen biedt: door de bouwsnelheid op de werf, doordat er geen extra fundering nodig is … Op lange termijn kan een houten gebouw ook financieel voordeel opleveren. Zo is een houten gebouw beter te isoleren, wat een besparing op de energiekosten betekent, en is het meestal ook makkelijk aanpasbaar, wat een kostenbesparing betekent wanneer het gebouw moet worden aangepast aan veranderde noden.”
Laurens Marysse: “Ik weet dat je vraagt naar de initiële investeringskost van een houtbouwproject, maar je kan die vraag eigenlijk niet beantwoorden zonder die zogenaamde total cost of ownership van een gebouw erbij te betrekken. Die zal bij houtbouwprojecten volgens mij vaak lager zijn dan bij gebouwen van staal of beton. Ook omdat een houten gebouw vaak niet alleen makkelijk aanpasbaar maar ook demonteerbaar is en de materialen dus nog een restwaarde hebben wanneer het gebouw moet verdwijnen.”
Kjell Keymolen: “Ik ben ervan overtuigd dat een beperkt budget net een reden is om in hout te bouwen. Omdat die manier van bouwen aanpasbaarheid toelaat, kun je als architect, luisterend naar wat de gebruiker wanneer nodig heeft, gefaseerd tewerk gaan over meerdere jaren, zodat de kosten gespreid worden.”
Kjell, werken jullie altijd met hout met een duurzaamheidslabel?
Kjell Keymolen: “Ja, dat staat zo in onze meetstaat en wij werken enkel met aannemers die dat gebruiken.”
Laurens Marysse: “Wij screenen onze bouwpartners daar ook op.”
Geniet een bepaalde houtsoort jullie voorkeur?
Kjell Keymolen: “Wij proberen om in elk project zo snel mogelijk samen te zitten met de aannemer om de kennis van de aannemer rond houtsoorten mee te kunnen nemen in ontwerp. Niet alleen de kennis over de specifieke eigenschappen van houtsoorten, maar ook rond de beschikbaarheid en de prijzen ervan. Dat heeft tot enkele structurele voorkeuren van Karibu architecture geleid. Zo werken wij in onze gebouwen sinds 2020 vaak met essenhout. Daarvoor gebruikten we verschillende houtsoorten maar omdat verschillende schrijnwerkers ons wezen op de betere kosten-batenanalyse van es én omdat wij dat zelf ook een hele mooie houtsoort vinden – want het esthetische aspect blijft natuurlijk ook belangrijk – geniet die houtsoort sinds enkele jaren dus onze voorkeur voor de binnenkant van gebouwen. Voor het opensourceproject waar we op dit moment aan werken, bekijken we een samenwerking met Hout Uit Het Woud, dat de mogelijkheden verkent van lokale houtverwering uit de Brabantse wouden.”
Laurens Marysse: “Wij pleiten ervoor dat er zo veel als mogelijk Europese houtsoorten worden gebruikt en liefst zelfs heel lokaal hout – daarom dat wij ook partner zijn in het Interegg-project Carbon Sink Construction, kortweg CASCO, dat daarom draait. Maar uiteraard speelt ook de context een rol. Verschillende van onze bouwpartners gebruiken voor buitenschrijnwerk bijvoorbeeld liever tropisch hardhout omwille van de betere weerbaarheid tegen weersomstandigheden en de langere levensduur die daaruit volgt. Als goed te onderbouwen valt waarom tropisch hardhout de voorkeur geniet, hebben wij daar met VIBE niets op tegen.”
Kjell Keymolen: “Ook wij streven naar het gebruik van zo veel als mogelijk lokaal geoogst en liefst ook verwerkt hout.”
Heeft een houten gebouw architecturaal meer te bieden dan een betonnen, stenen of stalen gebouw?
Laurens Marysse: “Ik ben geneigd ja te antwoorden, maar anderzijds zijn heel veel historische gebouwen die ik mooi vind ook van steen, zoals het Colosseum of gebouwen uit de Griekse oudheid. Een lastige vraag (lacht).”
Kjell Keymolen: “Circulaire gebouwen genieten de voorkeur van Karibu architecture en houtbouw heeft op dat vlak een streepje voor. Dus wat mij betreft: ja.”
Tot slot, hoe zien jullie houtbouw in de toekomst evolueren in ons land?
Kjell Keymolen: “In vergelijking met onze buurlanden staan we op het vlak van houtbouw nog niet zo ver. Maar je voelt wel dat er op dit moment in ons land veel beweegt op het vlak van houtbouw. Zo is er veel onderzoek gaande dat de limieten van houtbouw test. Die limieten hebben we nog lang niet bereikt. Wij geloven bij Karibu architecture dat we in de toekomst heel veel zogenaamde grijze bouwmaterialen – materialen die geproduceerd worden met fossiele grondstoffen – zullen kunnen vervangen door houten varianten. Houtbouw zal dus zeker nog groeien in België.”
Laurens Marysse: “We kunnen inderdaad leren van het buitenland, al zijn er zeker ook al veel Belgische referentie- en pilootprojecten. Ik denk dat er meer incentives gaan komen vanuit Europa gericht op het klimaatneutraler maken van de bouwsector en die zullen houtbouw ongetwijfeld een duwtje in de rug geven. Houtbouw heeft ook al zijn waarde bewezen in een ver verleden, toen er enkel maar op die manier werd gebouwd. Tot slot denk ik dat een platform als Houtconnect ook wel zijn rol kan spelen in het verspreiden van kennis rond houtbouw naar bouwprofessionals.”
Dat zijn mooie woorden aan ons adres! Bedankt heren!